Het is nog vroeg in de ochtend als ik in het dorp Hari aankom. Het is nog geen 6 uur in de ochtend en ik zie toch redelijk wat mensen die onder invloed zijn. Die zijn er vroeg bij. Dit is het leefgebied van de Apatani, een bergvolk wat leeft in het dal rondom Ziro, de hoofdstad van de noordoostelijke Indiase deelstaat Arunachal Pradesh. Niet ver van de grens met China. Ik heb totaal niet het gevoel dat ik in India ben. Het biljet van Indiase roepies dat bij de sjamaan en de jonge vrouwen aan hun mouw is gespeld is het enige wat verwijst naar India. Jonge vrouwen strooien rijstbier en rijstmeel over de dieren die tijdens dit ritueel geofferd worden. Myoko wordt gevierd om de saamhorigheid tussen de verschillende dorpen te bevorderen en er wordt gebeden voor een goede oogst. Ik hoor een sjamaan gebeden prevelen. Eerst bij een kip, later bij een varken. Vanuit het niks komen er twee mannen binnenstormen, snijden het varken open met een houten mes, rukken het hart eruit en tonen trots hun trofee. Ik weet niet wat ik zie en ook niet wat ik heb gehoord. Het gekrijs van het varken zal ik nooit meer vergeten.
Geen reactie's